Vitamine E, is een verzamelnaam voor een aantal stoffen die in voeding aanwezig zijn (Stryer, 1988). Ook wel de tocoferolen, zoals alfa-, bèta-, gamma- en deltatocoferol. Ze hebben allemaal hun eigen taak, maar alfatocoferolen (zie figuur 1) zijn het belangrijkst, deze nemen de cellen het beste op. Vitamine E werkt als een antioxidant. Het beschermt de cellen, bloedvaten, organen, ogen en weefsel, daarnaast is het ook heel belangrijk voor het regelen van de stofwisseling van een cel. Vitamine E komt voor in zonnebloemolie, halvarine, margarine, brood, graanproducten, noten, zaden, groente en fruit. Een tekort aan vitamine E komt in Nederland niet veel voor. Het komt alleen voor bij ernstige stoornissen in de opname van voedingsstoffen. Een ernstig tekort kan dan leiden tot bloedarmoede, neurologische symptomen en spierziekte. Een teveel aan vitamine E kan niet voorkomen door voeding, alleen door een overdosis aan supplementen kan er teveel vitamine E worden ingenomen. Alleen de mensen die een vitamine K tekort hebben of mensen die behandeld worden met bloedverdunners kunnen met een teveel aan vitamine E last krijgen van een remming van de bloedstolling.