Opperhuid (epidermis)
De opperhuid is het buitenste laagje van de huid (zie figuur 1) (de Groot & Toonstra, 2020). Het epitheel van de epidermis is een meerlagig epitheel, de totale dikte is tussen 0,05 en 0,1 mm. De epidermis is zeer actief en vernieuwt zich elke maand vanuit de onderste laag. De opperhuid bestaat voor het grootste deel uit hoorncellen die zich steeds verder naar het oppervlak van de huid verschuiven. Ze worden door de voortdurende aanmaak van nieuwe cellen naar boven geduwd, dit heet een verhoornend plaveiselepitheel. Eenmaal boven in de opperhuid zijn de cellen dood. De dode cellen vormen een moeilijk doordringbaar schild tegen externe invloeden en ze bieden bescherming tegen uitdroging. De aangroei en afschilfering van deze dode huidcellen houden elkaar in evenwicht zodat de huid niet steeds dikker wordt.
De epidermis heeft een golvend verloop. De delen ervan stulpen uit in de onderliggende lederhuid. De epidermis en dermis worden gescheiden/verbonden door het basaalmembraan.
Celtypen van de epidermis
- Keratinocyten (hoorncellen)
- Melanocyten (pigmentcellen)
- Langerhanscellen (antigenen)
- Merkelcellen (tastcellen)
(zie figuur 2)
Keratinocyten (hoorncellen)
Keratinocyten zorgen voor de structuur van de epidermis (de Groot & Toonstra, 2020). 90% van de epidermis bestaat uit keratinocyten. De keratinocyten vormen een barrière en immuunfactoren tegen binnendringers. De keratinocyten (hoorncellen) schuiven in de huid omhoog tijdens de celdelingen. Tijdens dat proces veranderen de keratinocyten van structuur, vorm en samenstelling.
Melanocyten (pigmentcellen)
3-5% van de cellen in de basaalcellenlaag zijn melanocyten (de Groot & Toonstra, 2020). De functie van deze cellen is het produceren van melaninepigment. Een melanocyt propigmentkorrels (melanosomen) en geeft dat af aan de keratinocyten in de basale laag. De grootte en het aantal van de pigmentkorrels bepalen de huidskleur.
Langerhanscellen (antigenen)
Langerhanscellen hebben een sterk vertakt uiterlijk (de Groot & Toonstra, 2020). Het zijn immuuncellen. Ze herkennen ongewenste binnendringers, binden zich aan de binnendringers en presenteren deze aan het immuunsysteem die de binnendringer uitschakelt.
Merkelcellen (tastcellen)
Merkelcellen komen voor in het Stratum Basale (de Groot & Toonstra, 2020). Het zijn receptoren die verantwoordelijk zijn voor de lichte tastzin.
Strata van de epidermis (weefsellagen)
De vijf weefsellagen van binnen naar buiten:
- Stratum basale (basaalcellenlaag)
- Stratum Spinosum (stekelcellenlaag)
- Stratum Granulosum (korrellaag)
- Stratum Lucidum (doorschijnende laag)
- Stratum Corneum (hoornlaag)
Stratum Basale (basaalcellenlaag)
Dit is de meest diepe laag van de opperhuid (de Groot & Toonstra, 2020). Deze laag bestaat uit eenlagig cilindrisch epitheel. De cilindervormige cellen zijn zeer vochtrijk, ze krijgen voedingsstoffen en zuurstof vanuit de bloedvaatjes in de lederhuid. In deze laag worden continu nieuwe cellen aangemaakt. Op de grens tussen de basaalcellenlaag en de lederhuid ligt het basaalmembraan. Dit is een bindweefsellaag waar uitwisseling van voeding en afvalstoffen plaatsvindt. De nieuw gevormde cellen hebben voedingsstoffen nodig om te kunnen delen. Hoe meer de cellen naar boven schuiven, hoe minder voedingsstoffen en zuurstof ze binnen krijgen, dus hoe droger en hoe platter de cellen zijn.
Stratum Spinosum (stekelcellenlaag)
De stekelcellenlaag ligt boven de basaalcellenlaag (de Groot & Toonstra, 2020). Deze laag bestaat uit meerdere cellagen waarbij de cellen naar boven toe steeds vlakker worden. Dit is meestal de dikste laag van de opperhuid. De cellen zijn kubisch van vorm en hebben een soort stekels, die desmosomen worden genoemd. De desmosomen verbinden aan andere cellen. De basaalcellenlaag en de stekellaag samen is de kiemlaag.
Stratum Granulosum (korrellaag)
De korrellaag is de derde laag van de epidermis en is opgebouwd uit twee à drie lagen met afgeplatte cellen (de Groot & Toonstra, 2020). Vanaf deze laag begint het verhoorningsproces en gaan de cellen dood. Tijdens het verhoorningsproces veranderen de eiwitmoleculen, waaruit het cytoplasma grotendeels bestaat. In het cytoplasma komen steeds meer verhoornde protoplasmakorrels (cytoplasma en kernplasma samen is het protoplasma). Deze korrels heten keratohyalinekorrels. Keratohyaline is het voorstadium van de hoornstof keratine. De korrels bevatten belangrijke eiwitten (pro-filaggrine) waaruit filaggrine ontstaat, dit heeft een belangrijke functie in het Stratum Corneum.
Stratum Lucidum (doorschijnende laag)
Het verhoorningsproces wat op gang kwam in het Stratum Granulosum gaat hier verder (de Groot & Toonstra, 2020). De cellen verliezen de kern, keratohyalinekorrels zijn omgezet in eleïdine (een tussenvorm tot keratine). Eleïdine heeft een hygroscopische (wateraantrekkende) en hydrofiele (wateropzuigende) werking. De cellen zijn plat en liggen zonder structuur op elkaar, wat zorgt voor de doorschijning.
Stratum Corneum (hoornlaag)
De hoornlaag is de buitenste laag van de opperhuid (de Groot & Toonstra, 2020). Dit is de eindfase van het verhoorningsproces. De cellen zijn plat, volledig verhoornd en hebben geen celkern en celorganellen meer, ze worden dan corneocyten genoemd. De corneocyten zijn bijna helemaal gevuld met keratine en bestaan verder uit het eiwit filaggrine. De filaggrine wordt afgebroken tot aminozuren, die hygroscopisch (wateraantrekkend) werken. Deze natural moisturizing factor (NMF) bepaalt onze vochtgraad. De vochtgraad is afhankelijk van:
- de hoeveelheid keratine in de hoornlaag
- de kitsubstantie die zich tussen de hoorncellen bevindt
- de talgsubstantie op het huidoppervlak
- wateraantrekkende en waterbindende stoffen die tijdens het verhoorningsproces buiten de cel treden
De keratine zorgt voor een stevig celskelet. De platte cellen liggen als bakstenen op elkaar omgeven door een vetrijke substantie, het cement. De vetten zijn door de hoorncellen uitgescheiden en bevatten ceramides, cholesterol en vrije vetzuren. De corneocyten zijn, net als in de Stratum Spinosum en -Granulosum, onderling verbonden door desmosomen. Enzymen breken de desmosomen af en dit zorgt voor geleidelijk verlies van de hoorncellen.

figuur 1. opbouw van de huid

figuur 2. celtypen en strata van de epidermis
Maak jouw eigen website met JouwWeb